centrumverdediger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·trum·ver·de·di·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van centrum zn en verdediger zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | centrumverdediger | centrumverdedigers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de centrumverdediger m
- (sport) speler die in het midden van de verdediging speelt
- ▸ De 27-jarige centrumverdediger heeft maandag zijn driejarig contract getekend bij AZ. Hij komt transfervrij over van Hamburger SV. Zijn terugkeer naar de Nederlandse velden is tweeledig: sportief en privé is het een goede stap.[1]
- ▸ Zodra het papierwerk voor zijn werk- en verblijfsvergunning is afgerond kan centrumverdediger Spajic aansluiten bij het eerste elftal van trainer Dick Advocaat.[2]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord centrumverdediger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Welkom terug in de eredivisie: Letschert kiest met AZ voor gezin én zichzelf” (Donderdag 10 september 2020, 08:38), NOS
- ↑ Weblink bron “Feyenoord vindt verdedigende versterking in Serviër Spajic” (Dinsdag 15 september 2020, 16:38), NOS
