cederhout

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

cederhout heeft geur, kleur en structuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • ce·der·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cederhout
verkleinwoord cederhoutje cederhoutjes

Zelfstandig naamwoord

het cederhouto

  1. hout afkomstig van de cederboom
    • Het is voorbij de huidige bouwprojecten in de Houthavens dat je plots een echte houtgeur ruikt. Fietsend over de Danzigerkade komt je een zoete, milde lucht tegemoet. Alsof er onder je neus een potlood van cederhout wordt geslepen. [2] 
    • Terwijl er veel aandacht wordt besteed aan wat er in Amsterdam te zíén is, gaan we helemaal voorbij aan hoe de stad rúíkt. Elke wijk zou zijn eigen stadsparfum moeten krijgen. In het centrum ruikt het naar cederhout, in West naar rozen en in Oost naar appeltjestabak.[3] 
  2. benaming van een wijnaroma
    • Achterover leunend woorden van bewondering fluisterend over de perfecte zwarte bes, volrijpe frambozen en sappige pruimen. Een zweem cederhout en kaneel bereikte haar neusgaten.[4] 
    • Eerst dacht ik dat dit kwam door Puryears vele verwijzingen naar ambachtelijkheid: er wordt in zijn beelden een hoop gevlochten met rotan en cederhout, er staat een beeld dat bijna helemaal uit wilgentakken is opgetrokken en hij verwijst naar ouderwets houten gereedschap.[5] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. cederhout op website: Etymologiebank.nl
  2. Het Parool LEX BOON 26 JULI 2016 De Minervahaven valt langzaam ten prooi aan het reguliere stadsleven
  3. Het Parool RENSKE DE GREEF EN JAN HOEK 21 APRIL 2015 Wat Amsterdam mist: een stadsparfum
  4. Het Parool 27 MAART 2010 Wijn Osborns dikke directeur
  5. NRC Hans den Hartog Jager 7 februari 2018 Troostrijke beelden van wuivend riet
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be