carnavalsviering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- car·na·vals·vie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalsviering | carnavalsvieringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalsviering v
- de keer dat men carnaval viert
- ▸ Ramdani zegt dat het verzuim tijdens carnaval een groot probleem is dat ieder jaar weer terugkeert. Vanuit het platform is geprobeerd afspraken te maken met de scholen om islamitische kinderen vrij te stellen van de carnavalsviering, maar die willen daar volgens Ramdani niks van weten.[1]
- ▸ Als je niet beter zou weten, lijkt de carnavalsviering in Sittard op papier op een 'gewone'. Er komen grote evenementen op straat, concerten en waarschijnlijk ook een optocht. "Ik denk dat het veiliger is dan wanneer je niets regelt", vertelt Joep Wijnands, van carnavalsvereniging de Marotte, aan 1Limburg.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord carnavalsviering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.