camoufleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: camoufleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ca·mou·fleert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
camoufleren |
camoufleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van camoufleren
- Jij camoufleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van camoufleren
- Hij camoufleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van camoufleren
- Camoufleert!