caddy

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  caddy    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cad·dy

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	caddy	caddy's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de caddy m

1. (beroep) (sport) iemand die een golfer assisteert door o.a. de golfclubs te dragen

   ▸ Doorgaans doen golfers vier, vijf of zes slagen over een hole. En wie de minste slagen heeft na 18 holes, wint de wedstrijd. Dat lag voor Adam Rolston en zijn caddy Ron Rutland net even iets anders.

   ▸ Luiten breekt met caddy na wisselvallige dag

2. (sport) karretje waarin een golfer zich over het golfterrein verplaatst

Synoniemen

• [1] golfjongen, golfmeisje, golfhulp
• [2] golfkarretje

Gangbaarheid

• Het woord caddy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.