burn-outpatiënt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- burn-out·pa·ti·ënt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van burn-out zn en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burn-outpatiënt | burn-outpatiënten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de burn-outpatiënt m
- (medisch) iemand die langdurige uitgeput is door overbelasting op zijn of haar werk
- Het woord 'burn-outpatiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.