bureauagenda
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·reau·agen·da
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bureau zn en agenda zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureauagenda | bureauagenda's |
verkleinwoord | bureauagendaatje | bureauagendaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- een groot notitieboek waarin zakelijke afspraken genoteerd worden
Gangbaarheid
- Het woord bureauagenda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.