buitengrens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitengrens (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bui·ten·grens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en grens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitengrens | buitengrenzen |
verkleinwoord | buitengrensje | buitengrensjes |
Zelfstandig naamwoord
- De buitenste grens (van de EU met landen die niet tot de EU behoren) (de buitengrens van het zonnestelsel.)
- De Viking ruimteschepen gaan naar de buitengrens van het zonnestelsel.
Gangbaarheid
- Het woord buitengrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.