bouwvoorschrift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·voor·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwvoorschrift bouwvoorschriften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bouwvoorschrifto

  1. wettelijke eisen die worden gesteld aan een te bouwen bouwwerk
     Broersma laat weten dat de inmiddels failliete aannemer Midreth bij de praktische uitwerking van zijn plannen het ontwerp heeft aangepast, waardoor zaken goedkoper konden worden gedaan. Dat is gebruikelijk in de bouw, vertelt hij. "Ze zaten daarbij tegen de grens van wat wettelijk is toegestaan, maar bleven er wel binnen. We hebben wel behoorlijk wat opmerkingen gehad en hebben vreselijk moeten opletten." Maar volgens Broersma voldeden de plannen uiteindelijk aan het bouwvoorschrift en "daar zitten allerlei veiligheidschecks in".[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Constructeur AZ-stadion: zonnepanelen en fouten bij bouw mogelijke oorzaken” (Zondag 11 augustus 2019, 16:06), NOS