bouwconstructie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·con·struc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwconstructie bouwconstructies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bouwconstructiev

  1. de wijze waarop een gebouw gemaakt is
     Volgens de Onderzoeksraad is de gevaarlijke situatie door niemand herkend. "De bedrijven vertrouwden op hun ervaring in plaats van de nieuwe bouwconstructie te blijven controleren", oordeelt de raad. Er wordt niet gezegd of er sprake was van tijdsdruk.[2]
     Primark zegt in een verklaring al te werken aan nieuwe richtlijnen voor de arbeidsomstandigheden in productielanden. Na het drama in Bangladesh zal daarin ook de kwaliteit van de bouwconstructie als criterium worden opgenomen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Fouten van aannemer Grolsch Veste” (Dinsdag 3 juli 2012, 12:01), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Protesten Bangladesh na instorting” (Donderdag 25 april 2013, 08:13), NOS