boomschorsvliegen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- boom·schors·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boomschors zn en vliegen zn
- boomschorsvlieg zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomschorsvliegen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boomschorsvliegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boomschorsvlieg
- meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Megamerinidae een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Wereldwijd omvat deze familie zo'n 4 genera en 16 soorten. De volgende geslachten en soorten zijn bij de familie ingedeeld:
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] boomschorsvlieg
Gangbaarheid
- Het woord 'boomschorsvliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Tweevleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal