boodschappendienst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bood·schap·pen·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boodschappendienst | boodschappendiensten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boodschappendienst m
- het laten thuisbezorgen van de boodschappen door een supermarkt of ander bedrijf
- Via de app van de boodschappendienst kunnen mensen opgeven welke producten ze willen hebben en aangeven op welk moment ze bezorgd worden.
- de hulp waarbij iemand voor een ander boodschappen gaat halen
- De mevrouw die slecht ter been is maakt graag van de boodschappendienst gebruik.