boodschappendienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bood·schap·pen·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boodschappendienst boodschappendiensten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boodschappendienstm

  1. het laten thuisbezorgen van de boodschappen door een supermarkt of ander bedrijf
    • Via de app van de boodschappendienst kunnen mensen opgeven welke producten ze willen hebben en aangeven op welk moment ze bezorgd worden. 
  2. de hulp waarbij iemand voor een ander boodschappen gaat halen
    • De mevrouw die slecht ter been is maakt graag van de boodschappendienst gebruik.