boekenplank

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Lundiakast met boekenplanken vol met naslagwerken
Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·plank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenplank boekenplanken
verkleinwoord boekenplankje boekenplankjes

Zelfstandig naamwoord

de boekenplankv / m

  1. een plank in een kast waarop je boeken kunt zetten
    • Lee Jae-yong, topman van Samsung, het op een na grootste elektronicabedrijf ter wereld, opgesloten in een cel van 6,56 vierkante meter met een opvouwbaar bed, een tv, een bureautje en een boekenplank. Met verbazing zagen tv-kijkers in Zuid-Korea, China en Japan hoe dinsdagavond Samsungs vicebestuursvoorzitter en op twee na rijkste ondernemer van zijn land geboeid en met gebogen hoofd en gesloten blik werd afgevoerd naar zijn gevangenis.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Oscar Garschagen 1 maart 2017