bobby

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bob·by
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bobby bobby's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bobbym

  1. (ordehandhaving) (informeel) Engelse politieagent
    • Een bobby draagt een typische helm, een wapenstok maar geen vuurwapen. 
Hyperoniemen
  1. politieagent

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen