bleven binnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ble·ven bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnenblijven

bleven binnen

  1. meervoud verleden tijd van binnenblijven
    • Wij bleven binnen. 
    • Jullie bleven binnen. 
    • Zij bleven binnen. 


Gangbaarheid