bleef binnen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bleef bin·nen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
binnenblijven |
bleef binnen
- enkelvoud verleden tijd van binnenblijven
- Ik bleef binnen.
- Jij bleef binnen.
- Hij, zij, het bleef binnen.
- Ik bleef binnen.
Gangbaarheid
- Het woord bleef binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.