blauwkeeltje

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Blauwkeeltje (Helicolenus dactylopterus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·keel·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het blauwkeeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blauwkeel
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord blauwkeeltje blauwkeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het blauwkeeltjeo dim. tant.

  1. (straalvinnigen) Helicolenus dactylopterus op Wikispecies een straalvinnige vis uit het geslacht Helicolenus op Wikispecies, orde schorpioenvisachtigen (Scorpaeniformes op Wikispecies)
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie