blasfemo
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- blas·fe·mo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | blasfemo | blasfemos |
vrouwelijk | blasfema | blasfemas |
Bijvoeglijk naamwoord
blasfemo
Synoniemen
- [1] blasfemador
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blasfemar |
blasfemo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blasfemar