blèten
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Een dialectische nevenvorm van blaten (mogelijk beïnvloed door blèren), uit Middelnederlands bleten “blèren (van schapen)”.
- erfwoord Afgeleid van een Germaanse wortel *bleH-, secundair *blēt- “blaten”, vergelijk Engels bleat.
Woordafbreking
- blè·ten
Werkwoord
blèten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blèten |
blètte |
geblèt |
zwak -t | volledig |
- inergatief huilen als een klein kind
- ▸ 'Ceo’s die elkaar af en toe ongegeneerd knuffelen en een potje beginnen te blèten. Dat gebeurt, ja.'[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord blèten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blèten" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Wouter Torfs“ONGEHOORD. 'Het spijt me, Gandalf doet geen huwelijken'” (26/08/2016), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 20 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %