bewerking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wer·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bewerken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bewerking bewerkingen
verkleinwoord (bewerkinkje) (bewerkinkjes)

Zelfstandig naamwoord

de bewerkingv

  1. een verandering om iets voor een bepaald doel geschikt te maken
    • De bewerking van de film werd slecht beoordeeld. 
  2. het resultaat van het voornoemde bewerken
  3. veranderen van cijfers en informatie
    • De statisticus bewerkte de cijfers en andere gegevens tot een helder diagram. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be