bestaanskosten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·staans·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestaanskosten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bestaanskosten mv
- de minimale hoeveelheid geld die nodig is om in leven te blijven
- ▸ Staatssecretaris Paul van de Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was het daar niet mee eens. "Van alle Nederlanders die kunnen werken verwachten we dat zij dat dan ook doen. Ik vind het niet uit te leggen dat we voor één beroepsgroep een uitzondering maken", stelde hij in een toelichting op het voorstel in de Eerste Kamer. "Als beginnend kunstenaars er echt niet in slagen met werk in de bestaanskosten te voorzien, is er net als voor ieder ander het algemene vangnet van de bijstand".[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bestaanskosten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De politiek over afschaffing van de regeling” (Donderdag 19 juli 2012, 20:50), NOS