bestaanskosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·staans·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestaanskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bestaanskostenmv

  1. de minimale hoeveelheid geld die nodig is om in leven te blijven
     Staatssecretaris Paul van de Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was het daar niet mee eens. "Van alle Nederlanders die kunnen werken verwachten we dat zij dat dan ook doen. Ik vind het niet uit te leggen dat we voor één beroepsgroep een uitzondering maken", stelde hij in een toelichting op het voorstel in de Eerste Kamer. "Als beginnend kunstenaars er echt niet in slagen met werk in de bestaanskosten te voorzien, is er net als voor ieder ander het algemene vangnet van de bijstand".[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “De politiek over afschaffing van de regeling” (Donderdag 19 juli 2012, 20:50), NOS