beschermpaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschermpaar (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsxɛrəmˌpar / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·scherm·paar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bescherm ww en paar zn , naar het voorbeeld van beschermheer en beschermvrouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beschermpaar | beschermparen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het beschermpaar o
- levenspartners met een hoge maatschappelijke positie die samen symbolische bescherming aan een organisatie geven
- Máxima sprak bij de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, een stimuleringsprijs van het Oranjefonds voor organisaties die zich inzetten voor de sociale integratie van nieuwkomers. Dit was een huwelijkscadeau van het volk aan prins Willem-Alexander en de prinses, zij zijn beschermpaar van het fonds. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'beschermpaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Máxima: integratie is onderschat probleem (16 mei 2003) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-12-24
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 of 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal