beschermpaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·scherm·paar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beschermpaar beschermparen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het beschermpaaro

  1. levenspartners met een hoge maatschappelijke positie die samen symbolische bescherming aan een organisatie geven
    • Máxima sprak bij de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, een stimuleringsprijs van het Oranjefonds voor organisaties die zich inzetten voor de sociale integratie van nieuwkomers. Dit was een huwelijkscadeau van het volk aan prins Willem-Alexander en de prinses, zij zijn beschermpaar van het fonds. [1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen