berispt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·rispt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van berispen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
berispen |
berispt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berispen
- Jij berispt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berispen
- Hij berispt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van berispen
- Berispt!
vervoeging van: | berispen… |
verbogen vorm: | berispte |
berispt
- voltooid deelwoord van berispen