bematen
Niet te verwarren met: bemaatten |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ma·ten
Woordherkomst en -opbouw
- [A]: afgeleid van maat zn met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en
- [B]: bemat ww met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bematen |
bemaatte |
bemaat |
zwak -d | volledig | [A] |
Werkwoord
[A] bematen
- (techniek) toevoegen van de werkelijke afmetingen aan een ontwerptekening
- ▸ Na het plaatsen en bematen van de installatiesymbolen zijn er ook nog een aantal mogelijkheden om de installatietekening qua opmaak te verfijnen voor de afdruk.[1]
[B]
vervoeging van |
---|
bemeten |
bematen
- meervoud verleden tijd van bemeten
- Wij bematen.
- Jullie bematen.
- Zij bematen.
- Wij bematen.
Gangbaarheid
- Het woord 'bematen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Simar Groep“SIMAR-Design FX: Installatietekening maken en bematen van artikelen” (15 maart 2018), p. 24
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal