beleidsvraag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·leids·vraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beleidsvraag beleidsvragen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beleidsvraagv / m

  1. vraag die betrekking heeft op het te voeren beleid
     Wallinga: "Dat is een beleidsvraag. Wij rekenen alleen de gevolgen uit. Die vraag moet je echt in Den Haag stellen."[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “RIVM-experts: 'Aankondigen van versoepelingen kan mensen nonchalant maken'” (Zaterdag 9 mei 2020, 08:50), NOS