begeleidt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ge·leidt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
begeleiden |
begeleidt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeleiden
- Jij begeleidt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeleiden
- Hij begeleidt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van begeleiden
- Begeleidt!