beeldt af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beeldt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbeelden

beeldt (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeelden
    • Jij beeldt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeelden
    • Hij beeldt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbeelden
    • Beeldt af! 

Gangbaarheid