bedrijfscontinuïteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·drijfs·con·ti·nu·i·teit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedrijf zn en continuïteit zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfscontinuïteit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedrijfscontinuïteit v
- het voortbestaan van een bedrijf
- ▸ De schade loopt op tot vele miljoenen. De impact is volgens Weurding heel groot en dat onderschatten ondernemers nog altijd. "In 50 procent van de gevallen leidt een grote brand binnen twee jaar tot een faillissement. Zeker in coronatijd zijn de gevolgen voor de bedrijfscontinuïteit zeer groot."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bedrijfscontinuïteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Aantal bedrijfsbranden in coronatijd relatief hoog” (Maandag 14 juni 2021, 09:03), NOS