bedijen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·dij·en
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bedijen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedijen |
bedijde |
bedijd |
zwak -d | volledig |
- voorspoedig groeien, voorspoedig ontwikkelen
- ▸ Een ander restant, de superioriteitswaan van de blanken in Rhodesië, valt nog moeilijker te liquideren. Ofschoon dit land alle banden met Groot-Brittannië verbroken heeft, stelt een deel van het Gemenebest Engeland in zover aansprakelijk als het de ontwikkeling zonder een drastische ingreep laat bedijen.[3]
Synoniemen
Spreekwoorden
- een dronkaard zal zelden bedijenalcoholmisbruik brengt iemand meestal in de problemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bedijen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bedijen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Britse erfenis, NV Paulus Drukkerij, Willemstad in: Amigoe di Curacao, jrg. 86 nr. 14 (17 januari 1969)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal