beboeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·boe·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
beboeren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beboeren |
beboerde |
beboerd |
zwak -d | volledig |
- (landbouw) grond als boer bebouwen
Gangbaarheid
- Het woord beboeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beboeren" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 34 %
- Prevalentie Vlaanderen 34 %