basiskleur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basiskleur basiskleuren
verkleinwoord basiskleurtje basiskleurtjes

Zelfstandig naamwoord

de basiskleurv / m

  1. de grondkleur van iets waar later accenten aan kunnen worden toegevoegd
     Er zijn ooit twaalf exemplaren van de trein gemaakt. Deze ontleent zijn naam aan de vorm van de voorkant. Kenmerkend is de blauwe basiskleur met een gele band. Dit erfgoed vervoerde tussen 1957 en 1986 passagiers van Amsterdam via Roosendaal naar Brussel.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Treinfanaten brengen historische Benelux-Hondekop terug in Nederland” (Vrijdag 14 juli 2017, 12:09), NOS