autoleasebedrijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·lease·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en leasebedrijf zn
- samenstelling van autolease en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoleasebedrijf | autoleasebedrijven |
verkleinwoord | autoleasebedrijfje | autoleasebedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het autoleasebedrijf o
- bedrijf dat auto's voor een langere, vaste termijn verhuurt
- ▸ De Utrechtse bank wil zich vooral richten op de voedsel- en agrarische sector. Het autoleasebedrijf was wat dat betreft een vreemde eend in de bijt. Door de verkoop verbetert de financiële buffer van de Rabobank.[1]
- ▸ Mandemakers, bekend van de keukens, stapt in de wereld van autoleasing. De keukengigant heeft samen met de Van Mossel Groep een groot autoleasebedrijf opgericht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord autoleasebedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Rabobank vangt ruim miljard euro voor Athlon autolease” (Vrijdag 1 juli 2016, 12:02), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Keukenreus investeert in autolease” (Zaterdag 5 januari 2013, 10:54), NOS