authenticeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·then·ti·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
authenticeren |
authenticeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authenticeren
- Jij authenticeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authenticeren
- Hij authenticeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van authenticeren
- Authenticeert!