authenticeren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·then·ti·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
authenticeren
authenticeerde
geauthenticeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

authenticeren

  1. overgankelijk echtheid, oorsprong of rechtsgeldigheid vaststellen (bijvoorbeeld van een document of kunstvoorwerp)
     Het authenticeren van een Van Gogh is een lastig karwei: ‘nieuwe’ werken worden vergeleken met werken waarvan de authenticiteit wél vaststaat.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: authentiseren   

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juni 2023 Weblink bron
    Steffi Weber & Thomas Rueb
    “Geloof me, míjn schilderij is wél een Van Gogh” (18 maart 2013) op nrc.nl op Wikipedia