assistentschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·sis·tent·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assistentschap assistentschappen
verkleinwoord assistentschapje assistentschapjes

Zelfstandig naamwoord

het assistentschapo

  1. het sassistent zijn
     De Montenegrijn ruilt het assistentschap van Feyenoord in voor een degradatiestrijd in Tilburg. "Over vijf maanden weten we of dat goed is geweest."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Petrovic meldt zich bij Willem II: 'Advocaat zei: meteen doen'” (Vrijdag 29 januari 2021), NOS