arbeidstempo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·tem·po
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidstempo arbeidstempo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het arbeidstempoo

  1. de snelheid waarmee men werkt
     Daartegenover staat dat het arbeidstempo hoog ligt en er bezuinigd is op pauzes. Werknemers werken in blokken van twee à drie uur en vergaderingen worden alleen gehouden als het echt niet anders kan. "Maar er is nog steeds tijd voor een praatje met collega’s", aldus Bråth.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron
    Rolien Creton
    “Twee uur minder werken op een dag loont voor Zweedse bedrijven” (Zondag 9 oktober 2016, 19:46), NOS