arbeidsbeweging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·be·we·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsbeweging arbeidsbewegingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidsbewegingv

  1. organisatie van arbeiders
     Swiggers is intussen vereffenaar van Arco, de financiële holding van de christelijke arbeidsbeweging. Ook daarvoor kreeg ze al kritiek, een groep coöperanten eist haar aftreden als vereffenaar omdat ze niet objectief zou zijn.[2]
     Maar de tegenstelling binnen de arbeidsbeweging was er nu eenmaal, die was heel reëel en duidelijk, ook binnen de afdeling van de sociaaldemocratische partij in Stockholm, waar ze tot 'links'behoorde, zoals sommige jongere kameraden minachtend zeiden terwijl ze eigenlijk áfwijkend links' bedoelden.[3]
  2. alle bewegingen die men maakt tijdens het uitoefenen van een beroep
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 september 2022 Weblink bron
    Wim Lecluyse
    “Mandaat oud-topvrouw Arco bij Nationale Bank verlengd” (25/04/2014), De Standaard
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149