apenkooien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apen·kooi·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
apenkooien
apenkooide
geapenkooid
zwak -d volledig

Werkwoord

apenkooien

  1. inergatief (spel) apenkooi spelen (tikkertje in de gymnastiekzaal waarbij alle gymtoestellen opgesteld staan)
    • Ben je tussen de 4 en de 8 jaar en houd je van bewegen? Doe dan zondag 23 maart mee met de sportdag in het grote Amsterdamse dierenbos. Sportjuf Karen kent heel veel dierenspelletjes en wil ze je graag leren. Samen met andere 'apies' kun je apenkooien en de spinnenrace doen. Je kunt met juf Karen aan de slag om 12.00 uur, 13.30 uur of 15.00 uur.[1] 

Zelfstandig naamwoord

de apenkooienmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord apenkooi

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 13 mrt. 2014