annuleringskosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·nu·le·rings·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord annuleringskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de annuleringskostenmv

  1. geld dat men moet betalen als men een eerder gemaakte boeking afzegt
     Door de coronacrisis en de geldende maatregelen konden in 2020 de meeste evenementen niet doorgaan. De annuleringskosten werden in veel gevallen gedekt door een annuleringsverzekering. Inmiddels hebben verzekeraars deze optie uit hun annuleringspolissen geschrapt.[1]
     DMG zegt nu dat een tevreden klant veel waardevoller is dan het in rekening brengen van annuleringskosten. Wie na 1 april een keuken of badkamer koopt, een offerte tekent en zich binnen twee dagen toch bedenkt, kan de bestelling gratis afzeggen.[2]
     Andere reisorganisaties gaan niet zo ver. Touroperators bepalen zelf of ze naar een land reizen of niet. De reiziger kan altijd zelf annuleren, maar dan betaalt hij annuleringskosten. Dat is niet het geval als de reisorganisatie zelf annuleert, zoals TUI nu doet.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Vanaf 1 juli mogelijk weer evenementen: 'Positief nieuws voor organisatoren'” (Vrijdag 19 maart 2021, 12:33), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Vloggers krijgen hun zin: Mandemakers past annuleringsregeling aan” (Woensdag 1 februari 2017, 18:50), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “TUI schrapt reizen naar Israël” (Dinsdag 15 juli 2014, 18:25), NOS