afstoting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·sto·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afstoting afstotingen
verkleinwoord afstotinkje afstotinkjes

Zelfstandig naamwoord

de afstotingv

  1. (natuurkunde) een kracht die twee voorwerpen zich van elkaar doet verwijderen
    • Wanneer twee magnetische noordpolen bij elkaar in de buurt komen heeft dat afstoting ten gevolge. 
  2. (medisch) een proces van vernietiging waaraan een lichaamsvreemd voorwerp door het immuunsysteem onderworpen wordt
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be