afluisterparanoia

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·luis·ter·pa·ra·noia
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afluisterparanoia
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afluisterparanoiav

  1. de overdreven angst om afgeluisterd te worden
     Het gooien met eieren bij speciale gelegenheden, dat wil zeggen molestatie of vernieling, hoe dan ook geen misdrijven die tot meer dan boetes konden leiden. Er was geen zinnige reden voor deze afluisterparanoia.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535