afhaalcentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·haal·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afhaalcentrum afhaalcentra
afhaalcentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het afhaalcentrumo

  1. plaats waar klanten hun bestelde goederen zelf kunnen ophalen
     Hornbach begint direct met de voorbereiding van de bouw, zegt een woordvoerder. Wanneer de bouwmarkt open gaat, kan hij nog niet zeggen. „Binnen twee maanden denken we meer te weten over planning, we willen snel van start.” Er komt een bouwmarkt met tuincentrum en afhaalcentrum van in totaal 17.000 vierkante meter, waar ze 120.000 producten verkopen.[1]
     Dankzij een groeifinanciering van tientallen miljoenen euro’s kan het in Hengelo gevestigde De Buren Afhaalcentrum uitbreiden naar landelijke dekking. Dankzij die financiële injectie en een intensieve voorbereiding is het De Buren mogelijk binnen enkele jaren 3000 onbemande pakketkluiswanden verspreid over heel Nederland te plaatsen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 augustus 2022 Weblink bron
    Kelly Adams
    “Groen licht: bouwmarkt Hornbach komt naar Enschede” (29-01-2020), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 augustus 2022 Weblink bron “Hengeloos afhaalcentrum De Buren krijgt met 3000 afhaalpunten landelijke dekking” (08-04-2021), Tubantia