advocatentitel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·vo·ca·ten·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | advocatentitel | advocatentitels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de advocatentitel m
- (juridisch) officiële aanduiding dat men advocaat is
Gangbaarheid
- Het woord 'advocatentitel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.