acteurskoppel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  acteurskoppel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ac·teurs·kop·pel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  acteur zn  en  koppel zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	acteurskoppel	acteurskoppels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het acteurskoppel o

1. een vaste combinatie van twee toneelspelers die vaak samen optreden
2. twee acteurs die een relatie met elkaar hebben; twee acteurs die met elkaar getrouwd zijn

   ▸ Ieder stel met kinderen kent het, zegt NRC: je laatste vakantie voor je een gezin werd. Belangrijk genoeg om die te vereeuwigen met een filmpje. Of met een videoclip, zoals het acteurskoppel Dax Shepard en Kristen Bell deed.

   ▸ Jelka van Houten (45) en Henry van Loon (41) gaan trouwen. Dat maakt het acteurskoppel bekend via Instagram. Op de klanken van Happy new year van ABBA toont Van Houten trots haar verlovingsring.

Gangbaarheid

• Het woord acteurskoppel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.