accuoplader

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cu·op·la·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord accuoplader accuopladers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de accuopladerm

  1. (elektrotechniek) toestel waarmee men elektrische energie in een accu kan opslaan
     De Cougar-helikopter van de luchtmacht brengt de twee 120 liter bronwater, een accuoplader, wat warme fleecejacks en voer voor de hond van het fort. Ondanks de beperkte hoeveelheid water maakten Terwindt en Van de Voorde zich nog geen grote zorgen. „Zo zitten wij niet in elkaar.”[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 mei 2022 Weblink bron “Luchtmacht schiet ingesloten fortwachters te hulp” (9 januari 2009), Het Parool