abrikozenpit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

abrikozenpit
Uitspraak
Woordafbreking
  • abri·ko·zen·pit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abrikozenpit abrikozenpitten
verkleinwoord abrikozenpitje abrikozenpitjes

Zelfstandig naamwoord

de abrikozenpitv / m

  1. (plantkunde) (voeding) de grote harde pit die in een abrikoos zit. Deze bevat een hoog gehalte aan cyanogenische glycosiden, waaruit het zeer giftige blauwzuur vrij kan komen
     Ook abrikozenpitten van Hanoju worden teruggeroepen omdat er een gevaarlijk hoge concentratie waterstofcyanide in zit. Het gaat om de ’Bio bittere abrikozenpitten’ en ’Bittere abrikozenpitten’, meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2022 Weblink bron “Ook abrikozenpitten Hanoju teruggeroepen” (19 feb. 2018), De Telegraaf