aanwijsplek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·wijs·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanwijsplek aanwijsplekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanwijsplekv / m

  1. (sport) plaats in een selectie zonder dat men deel hoeft te nemen aan een selectieprocedure
     De aanwijsplek voor Bosker ging wel ten koste van ploeggenoot Tijmen Snel, de nummer drie op het olympisch kwalificatietoernooi. Bosker: "Dat is gewoon vervelend. Het liefst had ik zelf op de matrix gestaan en me geplaatst op eigen kracht. Tijmen wordt er nu door mij uitgekickt. We kennen elkaar goed, zijn vrienden van elkaar. We hebben elkaar vanochtend een knuffel gegeven. Hij feliciteerde me en ik heb sorry gezegd. Maar hij was blij voor mij, dat vond ik heel mooi."[1]
     En wat nu als hij zich niet weet te plaatsen? "Dat schiet natuurlijk weleens door mijn gedachten, maar ik vind het lastig om dat nu te zeggen. Wie weet dat ik dan nog in aanmerking kom voor de ploegenachtervolging via een aanwijsplek. Als ik daar van waarde kan zijn, dan wil ik dat zeker. Dat is geen troostprijs, maar voor mij een kans op een vijfde gouden olympische medaille."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 februari 2024 Weblink bron “Roest haalt uit naar selectiecommissie KNSB: 'Begrijp keuzes absoluut niet'” (3 januari 2022, 14:43), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 februari 2024 Weblink bron “Onwennige rol voor Kramer: 'Nooit eerder een issue of ik naar Spelen ging'” (23 december 2021, 13:06), NOS