aanvangsrit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvangsrit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·vangs·rit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvangsrit | aanvangsritten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanvangsrit m
- (sport) de eerste rit van een serie ritten
Gangbaarheid
- Het woord aanvangsrit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.