aannemelijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aannemelijkheid (hulp, bestand)
- IPA: / aˈnemələkˌhɛit / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ne·me·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van aannemelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aannemelijkheid | aannemelijkheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aannemelijkheid v
- het aannemelijk zijn
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aannemelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.