USB-lader
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- USB-la·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | USB-lader | USB-laders |
verkleinwoord | USB-ladertje | USB-ladertjes |
Zelfstandig naamwoord
de USB-lader m
- (elektrotechniek) los onderdeel dat aangesloten op een stroombron via een USB-kabel de vereiste spanning en stroom levert aan een apparaat en de accu daarvan weer met energie vult
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Opmerkingen
- Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[1]
- De spelling is "USB-lader" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'USB-lader' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.